[Auteur: #NIPlab | Donald Goedheid]
In heel wat steden en gemeente groeit een tendens waarbij de ambtenaar noodplanning bij de afkondiging van een operationele coördinatie de CP-Ops vervoegt. Ook bij preventieve rondgangen op een evenemententerrein of bij het oprichten van een preventieve commandostructuur in het kader van een evenement komt de ambtenaar noodplanning op het terrein. Wanneer de ambtenaar noodplanning op een interventieterrein komt, rijst de vraag of hij/zij voldoende beschermd is om op een veilige manier deel te nemen aan activiteiten op het terrein.
In het kader van het post graduaat rampenmanagement ben ik op zoek gegaan naar antwoorden op deze vraag. Dit aan de hand van een strikt afgelijnde onderzoeksvraag:
“Over welke persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) dient de ambtenaar noodplanning minimaal te beschikken, wanneer hij/zij op een interventieterrein komt, bij een operationele fase.”
In heel wat steden en gemeente groeit een tendens waarbij de ambtenaar noodplanning bij de afkondiging van een operationele coördinatie de CP-Ops vervoegt. Ook bij preventieve rondgangen op een evenemententerrein of bij het oprichten van een preventieve commandostructuur in het kader van een evenement komt de ambtenaar noodplanning op het terrein. Wanneer de ambtenaar noodplanning op een interventieterrein komt, rijst de vraag of hij/zij voldoende beschermd is om op een veilige manier deel te nemen aan activiteiten op het terrein.
In het kader van het post graduaat rampenmanagement ben ik op zoek gegaan naar antwoorden op deze vraag. Dit aan de hand van een strikt afgelijnde onderzoeksvraag:
“Over welke persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) dient de ambtenaar noodplanning minimaal te beschikken, wanneer hij/zij op een interventieterrein komt, bij een operationele fase.”
Alvorens op deze vraag te kunnen antwoorden diende er geobjectiveerd te worden of deze problematiek wel bestaat. Komt de ambtenaar noodplanning wel op een (interventie)terrein? Via cijfermateriaal van de stad Antwerpen, de gemeente Kontich en de provincie Antwerpen, aangevuld met informatie uit de uitgevoerde bevraging aan de Vlaamse ambtenaar noodplanning blijkt dat er heel wat terreincontacten zijn. Niet enkel bij een operationele coördinatie maar ook bij oefeningen en bij preventief opgezette commandostructuren, meestal in functie van evenementen (grafiek 1).
Grafiek 1: aantal terreincontacten van de ambtenaar noodplanning per jaar en per type
(2014 = enkel 1° kwartaal)
Bron: eigen onderzoek, 2014
(2014 = enkel 1° kwartaal)
Bron: eigen onderzoek, 2014
Meteen werd duidelijk dat er in Vlaanderen, in de afgelopen 3 jaar, heel wat incidenten werden beheerst onder operationele coördinatie. Bij heel wat incidenten was de ambtenaar noodplanning ook effectief op het interventieterrein aanwezig (grafiek 2).
Grafiek 2: aantal operationele coördinaties mét aanwezigheid van de ambtenaar noodplanning op het terrein.
Bron: eigen onderzoek, 2014
Bron: eigen onderzoek, 2014
Belangrijk hierbij is dat ook een aantal steden en gemeenten zeer expliciet aangeeft dat de ambtenaar noodplanning GEEN functie heeft op het terrein maar enkel bij een gemeentelijke fase in het gemeentelijke coördinatiecomité.
Als de ambtenaar noodplanning op het terrein komt na de afkondiging van een operationele coördinatie, kan hij/zij dan zomaar overal rondlopen of zijn er beperkingen? Via de wetgeving op de noodplanning (KB & MO’s) kan duidelijk gesteld worden dat de ambtenaar noodplanning zeker niet thuishoort in de rode zone. De oranje zone lijkt de meest aangewezen plaats voor de werkzaamheden van de ambtenaar noodplanning. Het is immers in deze zone dat ook de CP-Ops meestal wordt opgesteld. Hij/zij zal dus op deze plek het overleg van de leidinggevenden kunnen volgen, zonder blootgesteld te worden aan de risico’s van de rode zone.
Tabel 1: zonering rampterrein en de toepassing ervan door de ambtenaar noodplanning
Als de ambtenaar noodplanning op het terrein komt na de afkondiging van een operationele coördinatie, kan hij/zij dan zomaar overal rondlopen of zijn er beperkingen? Via de wetgeving op de noodplanning (KB & MO’s) kan duidelijk gesteld worden dat de ambtenaar noodplanning zeker niet thuishoort in de rode zone. De oranje zone lijkt de meest aangewezen plaats voor de werkzaamheden van de ambtenaar noodplanning. Het is immers in deze zone dat ook de CP-Ops meestal wordt opgesteld. Hij/zij zal dus op deze plek het overleg van de leidinggevenden kunnen volgen, zonder blootgesteld te worden aan de risico’s van de rode zone.
Tabel 1: zonering rampterrein en de toepassing ervan door de ambtenaar noodplanning
Ook in de oranje zone blijven restrisico’s aanwezig. Via een bevraging bij de Vlaamse ambtenaren noodplanning werd nagegaan welke risico's deze volgens hem/haar dan wel zijn (grafiek 3). Enkele belangrijke risico’s worden door de meerderheid aangegeven: meteorologische factoren zoals regen, wind, kou, enz.; fysische elementen waarbij vallen, struikelen en stoten worden aangegeven, en een aanrijding of verkeersongeval bij het ter plaatsen komen na een oproep. Bij de implementatie van preventiemaatregelen zullen deze risico’s dan ook de nodige aandacht moeten krijgen.
Opmerkelijk is dat de respondenten ‘rook’ aangeven als het tweede belangrijkste risico. Zoals in tabel 1 duidelijk naar voor kwam, hoort de ambtenaar noodplanning zeker niet thuis in de rode zone maar kan hij in de oranje zone, nabij de CP-Ops perfect toegelaten worden. Het valt te verwachten dat de locatie van de CP-Ops zo wordt gekozen dat deze niet in de rook wordt opgesteld. Dit risico zou dus normaliter niet aanwezig mogen zijn.
Opmerkelijk is dat de respondenten ‘rook’ aangeven als het tweede belangrijkste risico. Zoals in tabel 1 duidelijk naar voor kwam, hoort de ambtenaar noodplanning zeker niet thuis in de rode zone maar kan hij in de oranje zone, nabij de CP-Ops perfect toegelaten worden. Het valt te verwachten dat de locatie van de CP-Ops zo wordt gekozen dat deze niet in de rook wordt opgesteld. Dit risico zou dus normaliter niet aanwezig mogen zijn.
Grafiek 3: risico’s waaraan de ambtenaar noodplanning volgens hem/haar wordt blootgesteld op een interventieterrein
Bron: eigen onderzoek, 2014
Bron: eigen onderzoek, 2014
De persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) waarover de ambtenaar noodplanning momenteel reeds beschikt blijken in de praktijk reeds goed overeen te komen met de aanwezige risico’s:
- Bescherming tegen meteorologische factoren: minimaal een werkjas, bij voorkeur met duidelijk functieopschrift
- Bescherming tegen vallen, struikelen, stoten & uitglijden: een degelijk paar veiligheidsschoenen zal onontbeerlijk zijn.
Verder zal uit een individueel uitgevoerde risico-inventarisatie en -evaluatie (RIE) moeten blijken welke eventueel bijkomende preventiemaatregelen er nodig zijn. Deze RIE zal per gemeente of stad uitgevoerd moeten worden. Dit is het gevolg van de afwezigheid van uniformiteit bij de invulling van de functie van ambtenaar noodplanning. In deze RIE zal niet enkel aandacht besteed moeten worden aan de PBM’s maar voornamelijk aan het geheel van preventiemaatregelen die genomen kunnen worden om de ambtenaar noodplanning maximaal te beschermen wanneer hij/zij op een interventieterrein komt.
De slotconclusie van het hele onderzoek is dan ook duidelijk:
Indien de werkgever verwacht, stimuleert of toelaat dat de ambtenaar noodplanning op een interventieterrein een taak opneemt dan is de werkgever wettelijk, via de wet Welzijn op het Werk*, en moreel verplicht de ambtenaar noodplanning maximaal te beschermen tegen de gevaren en risico’s die hiermee gepaard gaan. Persoonlijke beschermingsmiddelen maken een onmiskenbaar, maar niet exclusief, onderdeel uit van deze bescherming.
* Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk