[Auteur: #NIPlab | Jeroen Vanherck]
Van een noodplanambtenaar 2.0 wordt heel wat verwacht. Zo wordt er van hem/haar verwacht dat hij/zij 24 uur op 24, 7 dagen op 7, beschikbaar is om de burgemeester en de disciplines bij te staan inzake crisisbeheer (KB 16/02/2006 betreffende de nood- en interventieplanning, Art 21 §2 & NPU-1 hfdstk V. B.) . Aangezien de meeste ‘diensten noodplanning’ binnen een gemeente eenmansdiensten zijn is deze verwachting weinig realistisch.
Er wordt van de noodplanambtenaar ook verwacht dat hij een duizendpoot is. In geval van afkondiging van de gemeentelijke fase van het rampenplan moet hij zorgen voor de alarmering van de leden van het gemeentelijk coördinatiecomité, voor de opschaling in samenwerking met het HC-112, voor het inwinnen van informatie bij de disciplines, voor het klaarzetten van de crisiscel, voor het opmaken van een situatierapport en het klaarzetten van het nodige kaartmateriaal... en dat liefst allemaal binnen het ‘golden hour’ waarin hijzelf ook de verplaatsing naar het gemeentelijke coördinatiecomité (GCC) moet maken. Weinig verrassend leert de ervaring dan ook dat het (goed) uitvoeren van al deze taken in geval van een ernstig incident niet door 1 persoon kan gebeuren.
Van een noodplanambtenaar 2.0 wordt heel wat verwacht. Zo wordt er van hem/haar verwacht dat hij/zij 24 uur op 24, 7 dagen op 7, beschikbaar is om de burgemeester en de disciplines bij te staan inzake crisisbeheer (KB 16/02/2006 betreffende de nood- en interventieplanning, Art 21 §2 & NPU-1 hfdstk V. B.) . Aangezien de meeste ‘diensten noodplanning’ binnen een gemeente eenmansdiensten zijn is deze verwachting weinig realistisch.
Er wordt van de noodplanambtenaar ook verwacht dat hij een duizendpoot is. In geval van afkondiging van de gemeentelijke fase van het rampenplan moet hij zorgen voor de alarmering van de leden van het gemeentelijk coördinatiecomité, voor de opschaling in samenwerking met het HC-112, voor het inwinnen van informatie bij de disciplines, voor het klaarzetten van de crisiscel, voor het opmaken van een situatierapport en het klaarzetten van het nodige kaartmateriaal... en dat liefst allemaal binnen het ‘golden hour’ waarin hijzelf ook de verplaatsing naar het gemeentelijke coördinatiecomité (GCC) moet maken. Weinig verrassend leert de ervaring dan ook dat het (goed) uitvoeren van al deze taken in geval van een ernstig incident niet door 1 persoon kan gebeuren.
Op basis van deze vaststelling hebben reeds verschillende gemeenten in de provincie Antwerpen, onder impuls van de gemeentelijke noodplanambtenaren, een samenwerkingsakkoord afgesloten. Het gaat hier dan meestal om officiële samenwerkingsovereenkomsten die goedgekeurd werden door de colleges of door de gemeenteraden van de samenwerkende gemeenten.
De samenwerkingsovereenkomst
Een samenwerkingsovereenkomst wordt in de eerste plaats afgesloten in het kader van het crisisbeheer. De bevoegde noodplanambtenaar blijft de dagdagelijkse noodplanning van zijn of haar gemeente behartigen (lokale structuren opzetten, afspraken maken, evenementen adviseren etc.). Tips & tricks uit de andere gemeente krijgen, hoort hier ook thuis maar hoeft geen gevolg te zijn van de samenwerkingsovereenkomst. De samenwerkingsovereenkomst treedt voornamelijk in werking wanneer er zich een incident voordoet. Behalve basiskennis van de andere gemeente (alarmeringsprocedure, installatie van het GCC en ‘elkaar kennen’) zijn het, in het kader van het crisisbeheer, vooral de generieke competities en opleidingsniveau van de noodplanambtenaar die van belang zijn om op te kunnen treden als vervangend noodplanambtenaar.
Een samenwerkingsovereenkomst wordt in de eerste plaats afgesloten in het kader van het crisisbeheer. De bevoegde noodplanambtenaar blijft de dagdagelijkse noodplanning van zijn of haar gemeente behartigen (lokale structuren opzetten, afspraken maken, evenementen adviseren etc.). Tips & tricks uit de andere gemeente krijgen, hoort hier ook thuis maar hoeft geen gevolg te zijn van de samenwerkingsovereenkomst. De samenwerkingsovereenkomst treedt voornamelijk in werking wanneer er zich een incident voordoet. Behalve basiskennis van de andere gemeente (alarmeringsprocedure, installatie van het GCC en ‘elkaar kennen’) zijn het, in het kader van het crisisbeheer, vooral de generieke competities en opleidingsniveau van de noodplanambtenaar die van belang zijn om op te kunnen treden als vervangend noodplanambtenaar.
De samenwerkingsakkoorden waarvan sprake leiden al naargelang het akkoord tot één of meerdere vormen van samenwerking:
- een gezamenlijk oefenbeleid (o.a Geel-Laakdal-Meerhout)
- een gemeenschappelijke veiligheidscel (o.a. Berlaar-Nijlen, Geel-Laakdal-Meerhout)
- een gemeenschappelijke noodplanambtenaar (o.a. regio Waterkant = paarse gemeenten op de kaart, Puurs- Sint Amands)
- versterking tijdens noodsituaties (o.a. Boechout-Kontich-Ranst, Lier-Mechelen)
- vervanging bij afwezigheid (bv vakantie of ziekte) (o.a. Balen-Mol, Boechout-Kontich-Ranst, Lier-Mechelen)
In wat volgt zoemen we concreet in op de samenwerkingsovereenkomsten zoals die afgesloten werden door de gemeenten Boechout - Kontich en Lier - Mechelen. Deze samenwerkingsovereenkomsten zijn in de eerste plaats afgesloten in het kader van vervanging bij afwezigheid en versterking tijdens noodsituaties. In mindere mate ook in het kader van het oefenbeleid. Een voorbeeld van een samenwerkingsovereenkomst kan je onderaan terug vinden. Alhoewel dit voorbeeld met zorg opgemaakt is raden we aan om één en ander steeds af te toetsen met de eigen juridische dienst en verzekeringsmaatschappij. |
Een samenwerkingsovereenkomst wordt afgesloten om afspraken te maken op het vlak van inhoud (wat verwachten de gemeenten van de samenwerking), financiën (welke financiële weerslag heeft deze samenwerking), verzekeringen (hoe zijn de noodplanambtenaren verzekerd wanneer ze optreden in een andere gemeente?) en inwerkingtreding & duur. We lichten de eerste drie verder toe.
Inhoud
Op het vlak van inhoud wordt er gespecificeerd dat beide gemeenten willen samenwerken op het vlak van noodplanning en dat de respectievelijke noodplanambtenaren tijd & ruimte krijgen om de noodplanning van de andere gemeente te leren kennen.
Concreet wil dit o.a. zeggen dat de noodplanambtenaren aanwezig zijn op de veiligheidscel van beide gemeenten, deelnemen aan oefeningen van beide gemeenten en afhankelijk van de finaliteit ervan ook aanwezig zijn op vergaderingen over specifieke thema’s in beide gemeenten (bijvoorbeeld over alarmeringsschema’s, over grote evenementen etc.). De noodplanambtenaren houden in de mate van het mogelijke rekening met elkaars verlofplanning en communiceren deze duidelijk naar de verschillende partners (gemeente, disciplines etc.). Er wordt een eenduidige alarmeringsprocedure uitgewerkt zodat alle disciplines ten allen tijde weten bij wie ze terecht kunnen.
Een belangrijke toevoeging aan de samenwerkingsovereenkomst is het expliciet opnemen van de mogelijkheid om collega-noodplanambtenaren in bijstand te vragen (en zelf bijstand te kunnen leveren). In de geest van de noodplanning 2.0 lijkt deze bijstand logisch maar het expliciet opnemen ervan in een formele overeenkomst kan later discussies voorkomen (bv over wie al dan niet toegang krijgt tot het coördinatiecomité). Bovendien moet de noodplanambtenaar die in bijstand komt niet eerst toestemming vragen aan z’n eigen bestuur, alvorens hij/zij tot actie kan overgaan. Hij staat, overeenkomstig de afspraken, dan ook automatisch onder het gezag van het bestuur dat de bijstand gevraagd heeft bij monde van de noodplanambtenaar. Voornamelijk bij langdurige of zeer complexe incidenten wordt dit laatste zeer belangrijk.
Financiële weerslag
Er moet ook vastgelegd worden of deze samenwerking een heeft of niet. Zowel voor de deelnemende gemeenten, bijvoorbeeld een jaarlijkse forfaitaire kost, als voor de betrokken noodplanambtenaren zelf, bv vergoeden van overuren. Concreet wordt er in de samenwerkingsovereenkomsten Boechout-Kontich en Lier-Mechelen met gesloten beurs gewerkt. Dit maakt de samenwerking eenvoudiger. Hier wordt er vanuit gegaan dat alle partners evenveel investeren in de samenwerking en er ook evenveel voordelen uit halen. financiële weerslag
Verzekeringstechnisch
De samenwerkingsovereenkomsten werden in eerste instantie afgesloten om ervoor te zorgen dat de deelnemende gemeenten en noodplanambtenaren verzekeringstechnisch in orde waren.
Echter, het afsluiten van dit type van overeenkomst is verzekeringstechnisch niet noodzakelijk op voorwaarde dat in de verzekeringspolissen van de deelnemende gemeenten expliciet opgenomen is dat “iedere natuurlijke persoon, al dan niet bezoldigd, die werkt onder het gezag, de leiding en het toezicht van de verzekeringsnemer gedekt is volgens de bepalingen van de onderschreven polis”.
De overeenkomst dient dus vooral afgesloten te worden om op voorhand vast te leggen dat een collega-noodplanambtenaar, indien opgeroepen door de bevoegde noodplanambtenaar of zijn vervanger, onder het gezag, de leiding en het toezicht van de oproepende gemeente (de verzekeringnemer) komt te staan.
Ook de arbeidsongevallenverzekering blijft van toepassing op personeelsleden die in het kader van de noodplanning opgeroepen worden in een andere gemeente.
Inhoud
Op het vlak van inhoud wordt er gespecificeerd dat beide gemeenten willen samenwerken op het vlak van noodplanning en dat de respectievelijke noodplanambtenaren tijd & ruimte krijgen om de noodplanning van de andere gemeente te leren kennen.
Concreet wil dit o.a. zeggen dat de noodplanambtenaren aanwezig zijn op de veiligheidscel van beide gemeenten, deelnemen aan oefeningen van beide gemeenten en afhankelijk van de finaliteit ervan ook aanwezig zijn op vergaderingen over specifieke thema’s in beide gemeenten (bijvoorbeeld over alarmeringsschema’s, over grote evenementen etc.). De noodplanambtenaren houden in de mate van het mogelijke rekening met elkaars verlofplanning en communiceren deze duidelijk naar de verschillende partners (gemeente, disciplines etc.). Er wordt een eenduidige alarmeringsprocedure uitgewerkt zodat alle disciplines ten allen tijde weten bij wie ze terecht kunnen.
Een belangrijke toevoeging aan de samenwerkingsovereenkomst is het expliciet opnemen van de mogelijkheid om collega-noodplanambtenaren in bijstand te vragen (en zelf bijstand te kunnen leveren). In de geest van de noodplanning 2.0 lijkt deze bijstand logisch maar het expliciet opnemen ervan in een formele overeenkomst kan later discussies voorkomen (bv over wie al dan niet toegang krijgt tot het coördinatiecomité). Bovendien moet de noodplanambtenaar die in bijstand komt niet eerst toestemming vragen aan z’n eigen bestuur, alvorens hij/zij tot actie kan overgaan. Hij staat, overeenkomstig de afspraken, dan ook automatisch onder het gezag van het bestuur dat de bijstand gevraagd heeft bij monde van de noodplanambtenaar. Voornamelijk bij langdurige of zeer complexe incidenten wordt dit laatste zeer belangrijk.
Financiële weerslag
Er moet ook vastgelegd worden of deze samenwerking een heeft of niet. Zowel voor de deelnemende gemeenten, bijvoorbeeld een jaarlijkse forfaitaire kost, als voor de betrokken noodplanambtenaren zelf, bv vergoeden van overuren. Concreet wordt er in de samenwerkingsovereenkomsten Boechout-Kontich en Lier-Mechelen met gesloten beurs gewerkt. Dit maakt de samenwerking eenvoudiger. Hier wordt er vanuit gegaan dat alle partners evenveel investeren in de samenwerking en er ook evenveel voordelen uit halen. financiële weerslag
Verzekeringstechnisch
De samenwerkingsovereenkomsten werden in eerste instantie afgesloten om ervoor te zorgen dat de deelnemende gemeenten en noodplanambtenaren verzekeringstechnisch in orde waren.
Echter, het afsluiten van dit type van overeenkomst is verzekeringstechnisch niet noodzakelijk op voorwaarde dat in de verzekeringspolissen van de deelnemende gemeenten expliciet opgenomen is dat “iedere natuurlijke persoon, al dan niet bezoldigd, die werkt onder het gezag, de leiding en het toezicht van de verzekeringsnemer gedekt is volgens de bepalingen van de onderschreven polis”.
De overeenkomst dient dus vooral afgesloten te worden om op voorhand vast te leggen dat een collega-noodplanambtenaar, indien opgeroepen door de bevoegde noodplanambtenaar of zijn vervanger, onder het gezag, de leiding en het toezicht van de oproepende gemeente (de verzekeringnemer) komt te staan.
Ook de arbeidsongevallenverzekering blijft van toepassing op personeelsleden die in het kader van de noodplanning opgeroepen worden in een andere gemeente.
Besluit
Samenwerking loont en het afsluiten van een samenwerkingsovereenkomst inzake noodplanning komt in grote mate tegemoet aan een aantal problemen waarmee elke noodplanambtenaar geconfronteerd wordt (permanentie voorzien, een grote hoeveelheid aan taken opnemen, de beperkte schaalgrootte van een Belgische gemeente, etc.).
Vanuit de #NIPlab ervaring kunnen we de voordelen van een samenwerking allen maar bevestigen én aanmoedigen om als noodplanambtenaar een samenwerking aan te gaan met 1 of meerdere gemeenten.
Samenwerking loont en het afsluiten van een samenwerkingsovereenkomst inzake noodplanning komt in grote mate tegemoet aan een aantal problemen waarmee elke noodplanambtenaar geconfronteerd wordt (permanentie voorzien, een grote hoeveelheid aan taken opnemen, de beperkte schaalgrootte van een Belgische gemeente, etc.).
Vanuit de #NIPlab ervaring kunnen we de voordelen van een samenwerking allen maar bevestigen én aanmoedigen om als noodplanambtenaar een samenwerking aan te gaan met 1 of meerdere gemeenten.